maandag 10 november 2008

Barcelona, Brussel, Druk!


Even snel je weblog bijhouden, het valt vaak niet mee. Neem mij nou, wat ik allemaal niet gedaan heb de afgelopen dagen! Donderdag en vrijdag naar Barcelona. Werk. Er wordt een nieuwe auto geintroduceerd en daar moet een verslagje van komen. Schiphol, inchecken, vliegen, Barcelona, bus, hotel, wachten, dineren, slapen. Opstaan, ontbijten, rijden met die nieuwe auto. Koffiestop, weer rijden, persconferentie, heel snel lunchen, terug naar vliegveld, vliegtuig, opstijgen, landen, naar huis. Vrijdagavond, file. Thuis, tas uitpakken.

Tas inpakken. Want we hebben met z'n tweetjes privé een weekendje Brussel geboekt. Dat gaat een stuk relaxter. Rustig met de auto naar het centrum van Brussel, parkeergarage, hotel. Heerlijk samen de stad in, bekende en onbekende plekjes bezocht, 's avonds geen benen meer over. Heerlijk gegeten, op een verwarmd terras een wijntje gedronken, lekker geslapen. Uitgerust opgestaan, uitgebreid ontbeten, rondgeslenterd op het Vossenplein en daar de rommelmarkt bekeken, op ons gemakje naar Antwerpen gereden en daar lekker langs de Schelde en door het oude centrum gewandeld. 's Avonds weer thuis. Moe, maar voldaan zoals dat heet.
Maandag werken, snel het introductieverslag van de nieuwe Japanse auto geschreven. Net op tijd ingeleverd, want volgende week staat het in het blad. En dan maandagavond: een blog tikken, want: cursus journalistiek, blogs worden morgen beoordeeld. Ik hoop dat deze nog gelezen wordt!

zondag 2 november 2008

Vakantiebagage

Onze landgenoten staan erom bekend een aanzienlijke hoeveelheid leeftocht mee te slepen naar hun vakantieadres. Auto’s waarvan de koplampen naar de hemel wijzen en de achterbumper over de grond sleept, hebben vaak een Nederlands kenteken, daar kun je donder op zeggen. De koffer ligt vol met kilo’s aardappelen en kratten bier! Je weet immers maar nooit wat voor vreemd voedsel de supermarkten in Duitsland, Frankrijk, Italië of Spanje verkopen. Misschien lust je het niet, of erger nog, word je er ziek van!
Ikzelf pak dat op onze vakantie naar Frankrijk heel anders aan. We gaan geen Nederlandse producten invoeren in een land waar het eten en drinken tot een soort kunst verheven is, is mijn keiharde stelregel. Dat is bij het inpakken wel eens moeilijk. “Zullen we wat broodjes en een rol beschuit meenemen voor de eerste dagen?”, probeert mijn vrouw. “In Frankrijk hebben ze lekker vers stokbrood”, pareer ik. “Pap, er moet wel hagelslag en pindakaas mee hoor”, roepen mijn kinderen, “want dat kennen ze daar niet”. “Die Fransen hebben de knoflookpaté en de schimmelkaas niet voor niets uitgevonden”, is mijn ijskoude weerwoord. “Maar dan stinkt onze adem zo als we ‘s avonds naar de disco gaan”, wagen ze nog een laatste poging. Met mij valt echter niet te sollen.
Zo begrijp ik ook de mensen niet, die een paar traytjes Heineken of Grolsch inladen. Ja, omdat het Franse bier wat anders van smaak is, nou en? Ook de blikken Unox knakworst en zelfs de potten groenten van Hak komen er bij mij niet in. Sterker nog, wij slepen juist voedsel mee terug naar het vaderland. Franse mosterd, vissoep, dozen wijn, provençaalse kruiden, blikken cassoulet, de meest vreemde inheemse gerechten maken met ons de terugreis. Als ik door zo’n gigantische supermarkt loop, kan ik nergens van afblijven. Die grote hammen, de poulet rôti, de lamskoteletten (soms zit er een vliegje op), de heerlijke sardines en oesters op de verse visafdeling, het enorme assortiment wijn, niets is veilig. Bij ons sleept juist op de terúgtocht de achterbumper over straat en wijzen de koplampen de lucht in.
U ziet, zo kan het ook. Als je maar stevig in je schoenen staat bij het inpakken, en onverbiddelijk op je standpunt blijft staan dat het niet nodig is Nederlandse eet- en drinkwaar mee te nemen. Als we de straat uit rijden, op weg naar la douce France, schiet me ineens iets te binnen. “Schat, heb je eraan gedacht die kruik jenever, die ik voor mezelf had klaargezet, in te pakken?”, vraag ik mijn vrouw.